Isabelle Bary: “Vijftig worden, is niet het begin van de herfst, maar van een tweede lente”

Isabelle Bary is schrijfster, spreekster en begeleidster van schrijfworkshops. Onlangs verscheen haar nieuwe boek Le second printemps. Daarin volgen we Adèle, een 52-jarige vrouw die door een periode van verandering gaat. Het is een moment waarop het leven even uit balans lijkt, maar ook vol nieuwe mogelijkheden zit. We spraken met een sprankelende vrouw die van schrijven een ware levenskunst heeft gemaakt, een manier om zich vrij te voelen.

Leestijd: 6 minuten

Rond je vijftigste neemt je leven een ander ritme aan. De kinderen gaan het huis uit, je ouders worden kwetsbaarder en ook je professionele leven neemt vaak een nieuwe wending. Zelfs je lichaam verandert en dat merk je ook in de spiegel. Voor sommigen is het een verwarrende fase, voor anderen een unieke kans om opnieuw te beginnen. Isabelle Bary heeft er zowel een roman als een levenshouding van gemaakt.

Wat zijn volgens jou de grootste uitdagingen, maar ook de mooiste ontdekkingen van deze levensfase?

Vijftig is het nieuwe veertig … maar dan met de menopauze erbij! (glimlacht) Sommige vrouwen omarmen het met gemak, maar veel anderen zeggen me: “Ik had dit niet zien aankomen.” We zijn er immers niet op voorbereid. Opvliegers, melancholie, vermoeidheid, lichamelijke veranderingen … Het overvalt je gewoon, zonder waarschuwing.

Daarbovenop is er nog de maatschappelijke druk. Schoonheidscrèmes heten plots ‘anti-agingcrèmes’, alsof ouder worden een fout is die je moet corrigeren. Op een dag reikt de apotheker je zonder nadenken een antirimpelcrème aan in plaats van je vertrouwde hydraterende crème en dan besef je: er is iets verschoven. Overal lijken kleine signalen ons eraan te herinneren dat de klok tikt. Het voelt soms geniepig, bijna pervers.

Toch geloof ik dat de periode na je vijftigste geweldig kan zijn. Het is het moment waarop je de dingen op een rijtje zet: je weet wat je wel of niet (meer) wilt, je durft “nee” te zeggen en je kiest bewuster wie of wat echt bij je past. Je beseft dat je geen tijd meer te verliezen hebt en precies dat geeft je een ongekend gevoel van vrijheid. Daarom noem ik het ook een ‘tweede lente’: je bloeit opnieuw open, maar met diepere wortels.

We zien de jaren na onze vijftigste verjaardag vaak als een crisis, maar voor jou is het eerder een metamorfose. Hoe heb jij dat zelf ervaren?

In mijn hoofd ben ik nog altijd dertig! (lacht) Maar de hormonale veranderingen waren best heftig: pijn, neerslachtigheid, opvliegers … En alles leek tegelijk te gebeuren: mijn lichaam veranderde, de kinderen verlieten het nest, mijn ouders werden fragieler. Het voelde alsof alle golven tegelijk op me afkwamen. Maar ik voelde dat ik deze fase alleen kon doorstaan door ze kalm te aanvaarden, stap voor stap.

Ik vroeg mezelf: “Wat vind ik zelf zinvol?” En ik besloot me alleen nog daarop te richten. Op je vijftigste wil je je energie niet verspillen. Je laat alle ballast los en koestert wat je blij maakt. Dat inzicht maakte me vrij … en gaf me een nieuw gevoel van vreugde.

 

Je levenspad bewijst dat je op elk moment van richting kunt veranderen. Jij bent immers ook niet zomaar van de ene dag op de andere schrijfster geworden …

Ik ben opgegroeid met jonge ouders die overdag hard werkten en ’s avonds weer achter de boeken kropen. Hun boodschap was duidelijk: “Zorg dat je studeert, want zeker voor een vrouw is het nog moeilijker.”

Ik hield enorm van literatuur en droomde ervan om psychologie of Romaanse talen te studeren. Maar ik volgde hun raad op en koos voor iets ‘ruimers’: handelsingenieur bij Solvay. Ik moest keihard werken – wiskunde en fysica lagen me niet echt – maar ik er heb één ding uit geleerd: met wilskracht is alles mogelijk.

Daarna ging ik bij een reclamebureau aan de slag en later startte ik samen met iemand anders ons eigen evenementenbedrijf op. Van buitenaf gezien, liep mijn leven op rolletjes, maar zelf voelde ik dat niet zo. Wat me écht gelukkig maakte, was schrijven.

De ommekeer kwam tijdens mijn eerste zwangerschap. Ik besloot mijn bedrijf te sluiten en haalde mijn oude reisdagboeken weer boven. Mijn partner en ik hadden als rugzaktoeristen ooit een wereldreis gemaakt en ik begon de teksten – jaren later – opnieuw te schrijven. Als ik me bepaalde passages niet meer kon herinneren, vulde ik die gewoon aan. Mijn man vroeg zich zelfs af of we wel dezelfde reis hadden gemaakt (glimlacht)! Dat manuscript werd mijn eerste roman en is uitgegeven door een kleine Franse uitgeverij. Zo ontdekte ik de kracht van fictie: je schrijft niet over jezelf, maar over wat iedereen kan voelen.

Vanaf dat moment kwam alles in beweging. Ik schreef het ene boek na het andere en begon ook schrijfworkshops te geven – aanvankelijk als vrijwilligster voor vrouwen met kanker. Toen begreep ik dat schrijven voor mij niet alleen een passie is, maar ook een levenswijze.

Is schrijven ook een manier om veerkrachtig te blijven naarmate je ouder wordt?

Wanneer je schrijft, kruip je in de huid van iemand anders. Om een personage echt te laten leven, moet dat hindernissen overkomen en het een of ander doorstaan. Dat vergroot de empathie en helpt tegelijk om je eigen stormen beter te trotseren. 

Schrijven of anderen aanzetten om te schrijven, werkt bovendien bevrijdend. In mijn workshops zijn er altijd twee vaste ingrediënten, chocolade en zakdoeken. Chocolade voor troost, zakdoeken omdat emoties nu eenmaal nooit ver weg zijn. Schrijven helpt om los te laten, om je zorgen om te vormen tot iets levends.

Je hebt wat ik zelf ‘braakschrijven’ noem: schrijven om je leeg te maken. Soms hou je het niet eens bij, het is genoeg om alles op papier te zetten en het daarna weer te verbranden. Het gaat om het loslaten. En dan is er het creatieve schrijven. Dat kan je boven al de rest uit tillen. Deelneemsters gaan vaak met een glimlach naar huis, lichter, verbaasd over zichzelf. Dat is de echte magie: beseffen dat je sterker bent dan je dacht.

Wat drijft de vrouwen die aan je workshops deelnemen?

Niemand komt toevallig. Sommigen dromen ervan een boek te schrijven, anderen voelen gewoon dat het hen goed zal doen. Maar achter elke deelneemster schuilt een persoonlijke zoektocht. Een workshop is als een bubbel, een afspraak met jezelf. En dat maakt het zo bijzonder. Veel vrouwen zeggen me: “Dit is mijn moment, mijn adempauze.”

In het begin durven sommigen hun teksten niet luidop te lezen. Maar gaandeweg groeit hun vertrouwen en plots delen ze hun woorden en krijgen ze applaus. Het is ontroerend om te zien hoe ze openbloeien door wat ze schrijven. Ik heb gezien hoe vrouwen hun zelfvertrouwen herwinnen, projecten weer oppakken en zelfs nieuwe richtingen inslaan na een workshop. Schrijven geeft hen opnieuw een stem … en soms zelfs vleugels.

Je nieuwe boek, Le second printemps, draait helemaal rond die herontdekking van jezelf. Wie is je hoofdpersonage precies?

Op het eerste gezicht lijkt Adèle alles te hebben: een man, twee kinderen en een job waar ze van houdt. Tot plots alles wankelt. Haar kinderen verlaten het nest, haar moeder heeft steeds meer hulp nodig en alsof dat nog niet genoeg is, verliest ze ook nog eens haar baan. Ze heeft het gevoel dat ze onzichtbaar wordt. In een impulsieve bui boekt ze een vliegticket en gaat ze alleen op reis. Het is een haast banale beslissing, maar wel eentje die haar leven voorgoed zal veranderen. Want zo begint haar tocht op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella.

Waarom koos je voor Santiago de Compostella?

Omdat iedereen die die tocht onderneemt, daar een goede reden voor heeft. Je wandelt op je eigen ritme, ontmoet onbekenden met wie je intense momenten deelt en daarna gaat iedereen weer zijn eigen weg. Dat is precies wat deze levensfase symboliseert: leren ademen, je tempo vinden en stap voor stap ballast loslaten. Voor mij is het een prachtige metafoor voor het leven zelf.

Onderweg kruist Adèle mensen die, elk op hun manier, ook op zoek zijn naar betekenis … Een tachtigjarige feministe met een geheim, een jonge vrouw die haar plaats in de wereld zoekt, een man die wandelt om zijn verlies te verwerken, een ander die vrede wil sluiten met zijn verleden. Iedereen heeft zijn eigen wonden, maar samen vormen ze een stil koor dat Adèle aanspoort op haar weg naar zichzelf.

Wat ik met dit boek wilde tonen, is dat je na je vijftigste soms het gevoel kunt hebben dat je uit beeld verdwijnt … maar dat één klein gebaar, één ingeving genoeg kan zijn om alles weer in beweging te zetten. Dat is wat ik de ‘tweede lente’ noem: een nieuwe bloei, onverwacht en prachtig tegelijk.

Als je iets zou mogen toefluisteren aan een vrouw die zich op haar vijftigste verloren voelt, wat zou dat zijn?

Dat het nooit te laat is. Je hoeft niet alles achter je te laten om opnieuw te beginnen. Start met kleine stapjes, geef jezelf tijd en gun jezelf die ruimte die helemaal van jou is. Op je vijftigste heb je levenservaring, wijsheid en vooral: het volste recht om te kiezen wat goed voor je is.

 

 

 

 

📖 Le Second printemps, Isabelle Bary, 180° éditions, 358 pagina’s, € 20


© Fiftyandme 2025