Anti-transpirant vs. Deodorant
Deodorant werkt namelijk veel beter als je het ‘s avonds of ‘s nachts gebruikt. Dit heeft – uiteraard – uitleg nodig. Allereerst moet je het verschil uit tussen een anti-transpirant en deodorant weten: anti-transpirant verhindert zweet door je zweetklieren vol te stoppen met aluminiumdeeltjes, deodorant zorgt ervoor dat je zweet niet ruikt door er een fris geurtje – komkommer, bloemetjes, you name it – overheen te leggen. Gek genoeg bestaan er tegenwoordig veel deodorants die een combinatie van beide zijn. Staat er aluminium op de ingrediëntenlijst van je deodorant? Dan zitten er dus ook eigenschappen van een anti-transpirant in.
Goed, je denkt misschien dat een anti-transpirant opdoen net zo simpel is als het opspuiten of -rollen van deodorant, maar dat is niet zo. Een anti-transpirant moet je namelijk ‘s avonds en niet ‘s ochtends opdoen. ‘s Avonds zijn je zweetklieren het minst actief, waardoor de anti-transpirant alvast goed zijn werk kan doen. Doe je dit pas ‘s ochtends, dan ben je eigenlijk al te laat en kunnen er vervelende geurtjes ontstaan als bacteriën de zweetdruppels op je huid afbreken. Douch je in de ochtend? Geen probleem. Water zal de werking niet tegenhouden.
Na het douchen
Maar er is méér. Een andere veelgemaakte fout is het opdoen van het middeltje op vochtige oksels. Het zou logisch zijn om je deodorant meteen na het douchen op te doen, maar dan kunnen je oksels nog nat zijn. En voor het beste resultaat breng je je anti-zweetmiddel aan op een compleet droge huid. Je anti-transpirant moet overigens ook volledig opdrogen; je kunt hiervoor eventueel een föhn op koude stand gebruiken. Wie had verwacht dat er een hele strategie achter het opdoen van deodorant zat?
Bronnen:
Independent UK
Bustle
Beeld:
Shutterstock