Belgisch en big in NY: kunsthandelaar Christophe Van de Weghe

Leestijd: 5 minuten

19 jaar lang zag het er naar uit dat hij een toptennisser zou worden, tot een serieuze blessure roet in het eten gooide. Christophe Van de Weghe (46), opgegroeid in Knokke en ondertussen al verhuisd naar de VS, werd in no time een van de topverkopers van Larry Gagosian. Nu runt hij zelf een bloeiende kunstgalerij.

Christophe en Anne-Gaëlle Van de Weghe

“If I can make it there, I’ll make it anywhere.” Het lied van Frank Sinatra komt vanzelf bij je op als je het verhaal hoort van kunstgalerijhouder Christophe Van de Weghe. Deze man heeft zich helemaal zelf opgewerkt, van het o zo bescheiden begin tot de hogere regionen van de kunstwereld waar hij vandaag vertoeft. Een echte Amerikaanse success story. Zelf heeft hij de nonchalance van zijn nieuwe thuisland aangenomen die zo goed werkt binnen sociale kringen. Als hij je bij de voornaam noemt, heb je het gevoel dat je hem al jaren kent.

Hij maakt graag een praatje en praat met zichtbaar plezier over zijn levensweg. “Ik ben opgegroeid in Knokke”, vertelt hij. “Ik was een beloftevolle tennisser. Mijn eerste toernooi won ik toen ik elf was. En twee jaar later vloog ik naar Florida voor de Hopman Tennis Academy, op dat moment de beste plek om je voor te bereiden op een tenniscarrière. ‘s Morgens volgde ik lessen in een public high school. De rest van de dag, vanaf 14.30 uur, was voor tennis. Ik deed mee op de ATP Tour en dat ging allemaal heel goed. Tot ik op mijn 19de een zware rugblessure opliep: een dubbele discushernia. De arts was onverbiddelijk: ik mocht een kruis maken over mijn tenniscarrière.” Een enorme klap voor Van de Weghe. “Ik ben nog twee jaar een beetje blijven spelen om een beurs aan de Pepperdine University te kunnen krijgen. Daar behaalde ik een diploma Business Administration en volgde ik cursussen kunstgeschiedenis.”

Jean-Michel Basquiat, The Black Athlete, 1982

En dan is het tijd om aan het werk te gaan. Zonder echt na te denken, besluit hij dat hij iets met kunst wil doen. Toevallig is dat niet. De jonge Christophe heeft een zekere Roger Nellens als schoonvader. Deze kunstverzamelaar is een telg uit de familie die Knokke groot heeft gemaakt dankzij het Casino, waarin kunstenaars als Magritte, Delvaux en Haring voor indrukwekkende wandschilderingen hebben gezorgd. Op het privédomein van Roger Nellens, aan de Zoutelaan 280, staat de “Dragon”, een woonsculptuur van Niki de Saint Phalle waarin onder meer Keith Haring, hijzelf en Jean Tinguely hebben verbleven. Wie in zo’n context opgroeit, krijgt vanzelf gevoel voor kunst.

Op goed geluk

De vader van Christophe Van de Weghe was tapijthandelaar in Brussel en Knokke. Zoonlief vroeg hem om een plaatsje in een van zijn winkels voor een galerij. Dat liep lang niet slecht. Tijdens een bezoek aan New York voor een veiling bij Christie’s ontmoette de jonge galerijhouder Larry Gagosian, een toen al zeer bekende kunsthandelaar. “Ik feliciteerde hem met het portret van David Hockney dat hij kort daarvoor had gekocht. Zo zijn we in gesprek geraakt. Larry vond het leuk dat ik tenniste: hij zag ons al dubbel spelen om zijn klanten te verslaan op zijn domein in de Hamptons.” Reden genoeg voor Gagosian om onze landgenoot op proef in dienst te nemen – op voorwaarde dat er resultaten zouden komen, uiteraard. “Aan het einde van die periode legde ik een cheque van 50.000 dollar op het bureau van Larry Gagosian. Hij was dik tevreden en bood me een salaris van 30.000 dollar per jaar plus commissie aan. Fantastisch vond ik het! Ik was pas een jaar of twintig. Drie jaar later was ik zijn topverkoper. In totaal ben ik zeven jaar bij hem blijven werken. Larry is een hele grote meneer. Hij heeft me echt een kans gegeven. Ik respecteer hem enorm en we zijn nog altijd heel close.”

Vaste waarden

Van de Weghe was dus een goede verkoper die wist wat hij waard was. Een jongen met ambitie: hij wilde voor zichzelf aan de slag. En aangezien het geluk de dapperen bijstaat, hoorde hij de kunsthandelaar Per Skarstedt op een dag zeggen dat die verhuisplannen had. “Een geweldige kans: een ruimte van 180 m2 voor 5000 dollar. Ik moest alleen nog Larry overtuigen. Als die me niet had willen laten gaan, zou ik zijn gebleven. Tijdens ons gesprek vroeg ik hem: ‘What would you do if you were my age?’ Dat gaf de doorslag: ik kreeg zijn zegen”, vertelt Van de Weghe.

Dankzij zijn positie heeft Christophe Van de Weghe een goed inzicht in de kunstmarkt. De nieuwste cijfers wijzen de hoogte in: in 2013 was de markt zo’n 12 miljard dollar waard. De galerijhouder is daar blij mee. “Je moet niet vergeten dat ik binnen een speciale branche werk: de parallelmarkt. Of het nu om moderne of hedendaagse kunst gaat, ik handel alleen in vaste waarden. Basquiat, Warhol, Richter… voor mij geen hypes of eendagsvliegen. Als een van mijn kunstenaars op een bepaald moment aan waarde verliest, komt er altijd weer een moment dat die waarde stijgt. Samen met vastgoed is kunst een van de veiligste beleggingen. Vooral vandaag, nu de markt meer gemondialiseerd is dan ooit. Ik merk dat zelf: mijn klanten worden steeds internationaler en ook steeds jonger. Wie een doek van Francis Bacon of Pablo Picasso koopt, laat zien dat hij tot een club van uitverkorenen behoort. En de prijzen blijven stijgen. Een goede Magritte voor minder dan 10 miljoen dollar is haast niet te vinden. Vroeger was dat anders.”

De galerij van Van de Weghe treedt ook op als vertegenwoordiger van Duane Hanson. Deze kunstenaar was onlangs in het Museum van Elsene te zien. “Hij is een voorloper. Niemand weet de Amerikaanse middenklasse zo krachtig neer te zetten als hij.” Ook Calder is de galerijhouder dierbaar. “Calder is een van de vijf grootste beeldhouwers van de vorige eeuw. Maar vergeleken met Giacometti, wiens Wandelende man’ voor 110 miljoen dollar onder de hamer ging, kun je zijn werk haast voor niets krijgen. Aan die vergelijking merk je al dat ik ervan overtuigd ben dat het werk van Calder enorm de hoogte in zal schieten”, vertrouwt de handelaar ons toe. Ook over Basquiat raakt hij niet uitgepraat. Diens werk heeft een magnetisch effect op jong en oud.

Andy Warhol, Self-Portrait, 1964

Contacten

Hoe zien de dagen van een kunsthandelaar eruit? “Het contact met de verzamelaars is heel belangrijk. Daarom ontbijt ik altijd met een van hen bij Sant Ambroeus, een Italiaans restaurant aan Madison Avenue waar het hele wereldje komt eten. Larry Gagosian heeft er een eigen tafel. Tijdens de lunch onderhoud ik mijn relaties met de andere galerijhouders. Zo weet ik wat er gaande is. De avonden zijn voor mijn gezin, net als de weekends. Die brengen we in de Hamptons door”, vertelt de man die Daniel Loeb onder zijn klanten telt.

Gevraagd naar wat de belangrijkste eigenschap is van een goede galerijhouder, antwoordt de voormalige tennisser bescheiden: “Je moet zorgen dat je op de juiste plek bent.” Wel voegt hij eraan toe dat “New York nog altijd de beste plek op de kunstmarkt” is: hij kent “gebouwen in de Upper East Side van waaruit meer wordt gekocht dan in heel China”.

Is alles dan te koop? Niet per se. “Ik vind dat een goede handelaar ook een persoonlijke collectie moet hebben. Voor mij is dat essentieel om me in te kunnen leven in de denkwereld van een verzamelaar. Als ik voor mezelf een bepaalde kunstenaar koop, geeft dat me uiteraard meer geloofwaardigheid als ik vervolgens diezelfde kunstenaar aan mijn klant aanbeveel. Mijn vrouw Anne-Gaëlle en ik hebben een prachtig doek van Cy Twombly uit 1961 in huis. Dat geven we later aan onze kinderen door… Dat stuk blijft in de familie.”
www.vdwny.com

Tekst : Michel Verlinden
Artikel gepubliceerd in Gentleman n°3 – Lente / Zomer



© Fiftyandme 2024