Na de eerste bloei is het begin van de zomer een scharniermoment voor de rozenliefhebbers. Er wacht hen inderdaad een drukke periode van snoeien, corrigeren en behandelen. Veel werk, dus.
Op het einde van juni hangt de koelkastdeur bij de rozenkweker vol met geheugensteuntjes. Onze tuinman heeft nog maar net genoten van de eerste bloei van zijn favorieten met hun prachtige kleuren en kwetsbare geuren, en hij moet al opnieuw aan het werk. Als hij nog lang van de schoonheid van zijn dierbare rozen wil genieten, moet hij behalve de uitgebloeide bloemen ook de wilde scheuten en de uitlopers wegsnoeien, de wortels voeden en de rozen beschermen tegen ziekten. We moeten dus alert zijn en kijken of we onze struiken bij het begin van de zomer geen handje moeten toesteken.
Knip verflenste bloemen weg
Klimrozelaars hebben het vermogen om continu te blijven bloeien tot aan de eerste vrieskou. Het is dan ook belangrijk om de uitgebloeide bloemen af te knippen vooraleer zij vruchten worden en de plant onnodig uitputten. Dit snoeien, dat de aanwas van nieuwe scheuten – en dus van nieuwe bloemen – stimuleert, is een lichte ingreep. Zij bestaat erin om de bloemstengel 5 mm boven het eerste volledig blad af te knippen. Bij rozenstruiken zijn de eerste bladeren die zich onder de bloem beginnen ‘onvolledig’ omdat zij minder lobben hebben dan de normale bladeren. Over het algemeen betekent dat drie lobben in plaats van vijf.
Wilde scheuten
U houdt de rozelaar in topvorm door alle wildgroei weg te snoeien. Bovenaan de lijst staan de wilde scheuten en de uitlopers die vanuit de onderstam vertrekken. Zij zijn makkelijk te herkennen omdat ze een andere kleur hebben en andere bladeren, want meestal is dat een egelantier. Snoei ze zo dicht mogelijk bij het vertrekpunt en woel hierbij indien nodig zachtjes in de grond. Uitlopers zijn scheuten die zich snel verticaal verheffen. Dit gebeurt vanaf de stam of een dragende tak. Zij moeten snel verwijderd worden, want deze energievreters zuigen heel veel sap op. Nochtans kunnen zij ook nuttig zijn, vooral indien men een oude rozelaar wil verjongen. Al naargelang het geval dienen zij dus voor de helft ingekort of helemaal weggehaald indien men de structuur van de plant wil behouden.
Etenstijd!
Voor zijn eerste bloei haalt de rozelaar zijn voedingsstoffen uit de grond. Met als gevolg dat de in de lente toegediende meststoffen bij het begin van de zomer al grotendeels zijn opgesoupeerd. Om de plant de kans te bieden op een lange tweede bloeiperiode tot aan de vrieskou dient dus van voor af aan herbegonnen. Over het algemeen verdienen grondverbeteraars (compost of gier – reken 20 liter per plant) de voorkeur, want zij hebben het voordeel dat zij de grond op een natuurlijke wijze regenereren. Als u voor meststoffen kiest, ga dan voor een product dat rijk is aan kalium (de K die u terugvindt in NPK). Bedek vervolgens de grond met een stevige laag stro zodat u de aanmaak van humus bevordert en het verdampen van het sproeiwater tegengaat.
Alert blijven
Als u een ervaren tuinier bent, hebt u uw rozenstruiken tijdens de lente ongetwijfeld preventief behandeld tegen schimmelziekten, zoals roest, meeldauw en bladluis (marsonia). In deze warme periodes is het belangrijk om deze behandeling om de tien tot vijftien dagen te herhalen, vooral na regenachtige periodes. Gebruik hiervoor aangewezen schimmelwerende producten zoals Bordeauxse pap (marsonia, roest), zwavel (meeldauw), zuiveringszout of natuurlijke bereidingen. Indien de rozelaar al ziek is, haalt u de zieke bladeren weg op de planten en op de grond.
Niet-klimrozelaars zijn anders
Niet-klimrozelaars bloeien maar één keer per jaar en dienen anders behandeld. Zij worden eveneens nu gesnoeid, maar strenger en definitiever. Later snoeien betekent volgend jaar geen bloemen.