De theorie versus de realiteit
Millenials worden vandaag de dag getypeerd als de generatie die erg gedreven voor dag komt, die vooruit wil en daar alles wil voor doen. Ook zouden ze definitief met gangbare economische- en socio-maatschappelijke systemen willen breken en het op hun manier doen. Dit zowel werkgewijs als in hun privé-leven. De praktijk van alledag toont echter dat dit helemaal niet altijd het geval is. Vaak zijn twintigers erg gebonden aan de nog traditionele systemen en zijn ze niet langer bereid om nog extra inspanningen te doen in het leven. Ze willen de dingen vooral op hun manier en wanneer zij dat willen. Hun eigen ambities en verwachtingen primeren met andere woorden op die van iedereen die hen omringt. Ze willen vaak alles, ze willen het meestal onmiddellijk en zijn maar zelden te vinden om daarvoor een extra inspanning te leveren. 50ers willen scoren, niet omdat ze enkel zichzelf zien maar omdat het in hun dna zit. Ze hebben geleerd om te werken voor hun doelen en ervoor te gaan.
Vijftigers willen scoren en zijn daarom erg competitief
Amerikaanse onderzoek lijkt die stelling te bevestigen. Onderzoekers ontdekten namelijk dat we na ons twintigste steeds competitiever worden, met een piek rond ons vijftigste. Ze namen de proef op de som en lieten een aantal persoon hoofdrekenoefeningen uitvoeren. Met elk goed antwoord konden ze ofwel een klein bedrag verdienen. Maar ze konden ook kiezen voor een wedstrijdvorm: tegen een andere deelnemer spelen. In dat geval kregen ze het dubbele als ze het beter deden dan hun tegenstander. Deden ze het daarentegen slechter dan hun tegenstander dan kregen ze niets. Wat bleek: hoe dichter de proefpersonen de leeftijd van vijftig naderden, hoe vaker ze voor de wedstrijdvorm kozen, ongeacht hun prestaties of zelfvertrouwen. Daaruit concludeerden de onderzoekers dan ‘sociale dominantie’ als persoonlijkheidskenmerk naarmate we de vijftig naderen steeds sterker wordt. Ze maakten er zelf een boek over: ‘Competitiveness across the life span, Psychology and Aging’. Vrij vertaald: ‘Competiviteit doorheen het leven, psychologie en verouderen.’ Daarmee is wel degelijk bewezen dat (de meeste) vijftigers willen scoren.