In Bologna, waar de fabriek van Saeco gevestigd is, buigt men zich elke dag opnieuw over de knowhow van de volautomatische koffiemachines die werken met een koffiemolen en met een stoomkanaal om de melk op te stomen. Stap in voor een smakelijke reis.
Pierre Wiame
Niemand zal ontkennen dat Italië het land is van de beste espresso’s en cappuccino’s ter wereld. Dit kort, stevig, goudkleurig kopje koffie werd in 1884 in Turijn uitgevonden. Sindsdien heeft elke Italiaanse breedtegraad zijn espressoritueel. De barista, die gespecialiseerd is in de kunst om espresso’s en cappuccino’s te maken, weet hoe hij dit zwarte goud met een wolkje melkschuim moet afwerken. De echte maestro’s tekenen zowaar een hartje in uw kopje.
GANS ITALIE
Om de magie van koffie te proeven, gaat er niets boven een bezoek aan een koffiebar – en dat geldt voor gans Italië. Zodra de zon opgaat, bruisen ze van energie en zitten ze volgepakt met mensen die vanachter hun dampende ristretto de wereld verbeteren. Gedronken aan de toog van een alledaags stationsbuffet of rechtstaand in een vijfsterren paleishotel: de prijs is bij wet bepaald en die is even bescheiden als de inhoud van het kopje. Gaat u zitten, dan wordt het een ander verhaal. Hoe dan ook: zowel in Italië als in België en zeg maar Europa in het algemeen zijn er velen die elke morgen hun dag opstarten met de slogan: “No life before coffee”. Zonder dat eerste kopje kunnen zij niet normaal functioneren.
In Italië behoort koffie tot het nationaal patrimonium, nog meer zelfs dan de pasta en de Aperol Spritz. Dat inspireerde er Sergio Zappella en Arthur Schmed toe om samen in 1981 het bedrijf Saeco op te richten in Gaggio Montano, op een uurtje rijden van Bologna.
VOLTREFFER
Hun uitvinding “bean-to-cup” (van boon tot tas) legde het familiebedrijf geen windeieren want het werd in 2009 opgekocht door de Nederlandse reus Philips. “Toch kunnen we rustig stellen dat er de voorbije 30 jaar vrijwel niets veranderd is”, stelt Erik Schimmer, verantwoordelijk voor de afdeling koffiemachines bij Philips. “De filosofie bestaat er nog altijd in om de subtielste aroma’s uit de koffiebonen te halen. De technologische revolutie heeft evenwel niet stilgezeten. Zo zijn er vandaag de volautomatische machines die men van op afstand kan bedienen, via bluetooth, vanaf een tablet of een smartphone. Vanaf hetzelfde aanraakscherm kan de verbruiker zelf de sterkte van het aroma bepalen, kiezen uit een cappuccino, een ristretto, een lungo of een latte macchiato. Hij bepaalt zelf hoe sterk hij zijn kopje wil.”
Bij Saeco heeft men natuurlijk alle recht van spreken wanneer men stelt dat de beste koffie – degene met het lekkerste aroma – degene is die vers gemalen is. Een belangrijke troef tegenover de bedrijven die hun koffie commercialiseren in verschillende kleurcapsules al naargelang de verlangde smaak. Tot vandaag is het merk trouwens de enige van alle fabrikanten van automatische espressomachines die het smaakcertificaat kan voorleggen dat wordt uitgereikt door het Centro Studi Assaggiatore, het centrum van Italiaanse degusteerders en de vereniging voor de promotie van Italiaanse smaken.
In Italië heeft koffie ook altijd een verenigende rol gespeeld in het dagelijkse leven. Hij roept op tot samen delen, gezelligheid, een leuk gesprek. Hij is altijd de koning van de ochtend geweest, de gezel van geroosterd brood of boterhammen met jam.
Pech voor de Britten die bij hun tea-time zweren: koffie is wereldwijd de meest verspreide en vaakst gedronken warme drank. In Italië bedraagt het gemiddelde verbruik zo’n 3,5 kopje per persoon en per dag, tegen 2,5 in Polen. De Finnen slaan evenwel alle records met een duizelingwekkend gemiddelde: liefst 8,3 kopjes!
Saeco-Philips heeft dus nog mooie dagen in het verschiet, ook al kunnen hun machines – hoe elegant ze ook mogen wezen – nog altijd geen lekkere en warme Luikse koffie bereiden. Dat blijft tot nader order iets van bij ons.