Je kunt wel raden dat telewerken vanaf de keukentafel, de zetel of zelfs op een luie ochtend vanuit bed een stuk minder vriendelijk voor je rug is dan zo’n ergonomische bureaustoel op kantoor. Grote kans dat je het begint te voelen in je rug of in je nek. Wat te doen?
Stel af op de juiste hoogte
Plaats allereerst je scherm op een comfortabele hoogte om te voorkomen dat je met je nek gebogen zit. Een laptopscherm kan er door de helling voor zorgen dat je constant omlaag kijkt. Zorg er daarom voor dat de bovenste rand van je laptop zich op ooghoogte bevindt. Maar dan ben je er nog niet: de zenuwen in je handen gaan door tot aan je schouder en nek, wat betekent dat het omhoog heffen van je schouders om te typen óók voor klachten kan zorgen. Een extern toetsenbord kan dit oplossen. Plaats deze op een comfortabele hoogte recht voor je, zodat je je handen en armen recht kunt houden.
Werk niet vanuit bed
We weten: werken vanuit bed voelt als één van de voordelen van telewerken. Maar toch kun je dit echt beter laten. Met je laptop op schoot ga je hoe dan ook in een vreemde houding buigen en kijk je omlaag naar je scherm. Kun je het ècht niet laten? Plaats dan een kussen achter je rug zodat je rechtop zit en een kussen onder je laptop op schoot.
Zorg voor sterke spieren
Telewerken vraagt al veel energie, maar toch raden we je aan om ook iedere dag nog een paar spieroefeningen te doen. Sterke spieren zorgen er namelijk voor dat je gewrichten worden ontlast en helpen om een betere houding aan te nemen. Het beste is om een paar keer te trainen met een kinesist of een andere professional, zodat je zeker weet dat je de oefening goed uitvoert.
Verander van (werk)houding
Probeer na ongeveer iedere twintig minuten van houding te wisselen. Even opstaan of een low key stretchoefening doen kan al voldoende zijn, maar af en toe een staande positie aannemen zou al helemaal goed zijn. Bijvoorbeeld met een daarvoor bedoeld tafeltje of simpelweg een stapel boeken. Maar bedenk wel: je scherm moet op ooghoogte blijven en je handen en armen recht op het toetsenbord.
Bronnen:
The Guardian
Beeld:
Shutterstock