550.000 Belgen hebben een tweede verblijf. En u?

Leestijd: 3 minuten

Hoe kiezen? In België of in het buitenland? Hoe financieren? Opgelet ook met de mobiliteit. Een les immobiliën voor gevorderden.

seconderésidence

De tijd dat men het “normaal” vond om niet aan te geven dat men een bezit in het buitenland had, is lang voorbij (in België gebeurt dat automatisch, er is onroerende voorheffing). Het gewoel dat vorig jaar ontstond toen Frankrijk meldde dat het zinnens was tweede verblijven te belasten, getuigt daarvan, hoewel er feitelijk niet echt iets veranderd is. Behalve dit dan: als u de intentie heeft een onroerend goed aan te schaffen in het buitenland, bekijk dan met een fiscalist, een boekhouder of een gespecialiseerde advocaat wat uw rechten en uw plichten zijn.

Conjunctuur

Een tweede verblijf koopt u niet zomaar. Vooral niet zoals u een ander onroerend goed zou aanschaffen. Waarom dan? Omdat deze markt, in tegenstelling tot de klassieke residentiële markt, zeer gevoelig is voor de conjunctuur. Hij is ook heel verscheiden, in die mate zelfs dat je bijna niet van een markt kunt spreken, elk residentie behoort tot zijn eigen markt.

Mobiliteit

Andere basisvraag: waar is ze, zou ze moeten zijn, zal ze zijn, die tweede woning waarvan u al zo lang droomde? Hier raken we een punt dat gemeenschappelijk is met een klassieke woning: u moet momenteel in het budget dat u vooropstelt absoluut het mobiliteitsaspect integreren. Eerst de kosten (van de vlucht, trein of autotransport). Meerdere reizen per jaar kosten vaak veel. En niet enkel de kosten maar ook de tijd die deze afstand opslorpt. En die tijd kan sterk variëren tussen het laagseizoen en het hoogseizoen, die een sterke prijsvariatie tonen.

seconderésidence2

De lening

Laatste punt, de financiering. In de meeste gevallen schaft men een tweede verblijf aan vanaf zijn vijftigste, soms wat vroeger, vaak wat later. Waarom? Omdat het de leeftijd is waarop u verlost raakt van de hypotheekverplichtingen verbonden met de eerste woning van het gezin; omdat het de leeftijd is waarop u meestal beschikt over de meest comfortabele financiële middelen; omdat het de leeftijd is vanaf wanneer de erfenissen zich voordoen.

Dat is dan goed voor wie cash wil aankopen. Maar dat is niet altijd de beste oplossing. Er zijn minstens drie andere opties.

De gewone hypothecaire lening, maar u moet weten dat, als het goed waarvoor geleend wordt in het buitenland gelegen is, de bank zal eisen om een hypotheek te nemen op de gezinswoning hier in België. En dat is niet altijd haalbaar… en ook niet altijd wenselijk.

De hypothecaire overdracht. Als de lening verbonden met de gezinswoning al goed opgeschoten is, of bijna terugbetaald, is het mogelijk om opnieuw te lenen wat al is terugbetaald. Maar dat is ook niet altijd haalbaar… en ook niet altijd wenselijk.

De groepsverzekering, zeer gangbaar bij kaderleden, zelfstandigen en bedrijfsleiders. Het principe is eenvoudig: mits uiteraard betaling van rente, kunt u anticipatief beschikken over het kapitaal dat u contractueel opbouwt. Maar het komt maar zelden voor dat deze lening 10% van de aankoopkosten kan dekken. U heeft het begrepen: het is kiezen tussen het kapitaal en het tweede verblijf.

De meest courante oplossing is gebaseerd op een mix: sparen, erfenis, (kleine) lening. Dat is niet nieuw. Wat wel nieuw is: de mobiliteitsproblematiek wordt een belangrijke factor.


© Fiftyandme 2024