HET VERBAND TUSSEN HUIDPIGMENTATIE EN TE VEEL ZON
Wanneer zij te vaak aan de zon wordt blootgesteld, krijgt de huid de negatieve effecten van de UV-stralen niet meer verwerkt. Er ontstaan dan kleine bruine vlekjes: lentigines. Eigenlijk geven zij aan dat er iets fout gaat met de productie van melanine. De huid heeft namelijk bepaalde cellen – de melanocyten – die een bruin pigment (melanine) aanmaken om te beschermen tegen UV-stralen.
Indien de persoon zich te vaak zonder efficiënte bescherming aan de zon blootstelt of verscheidene keren een zonneslag oploopt, kunnen kleine, bruine, vlakke plekjes verschijnen. Ze zijn enkele millimeter groot en komen voor op de lichaamsdelen die het vaakst zijn blootgesteld: het aangezicht, het decolleté, de voorarmen en de schouders, alsook de benen. Deze zonnevlekjes, die niet verward mogen worden met ouderdoms- of schoonheidsvlekjes, verschijnen rond je 40e, maar kunnen zich ook al bij heel jonge personen vormen, soms zelfs vanaf je 20e. Hoewel ze perfect goedaardig zijn, zijn de vlekjes een alarmsignaal dat de huid de zon niet meer verdraagt. Sommige melanocyten reageren hierop door extra melanine af te scheiden. Dit pigment stapelt zich op in de opper- of de onderhuid en vormt er de beruchte bruine vlekken.
De beste manier om de vorming van deze bruine vlekjes te voorkomen of te vertragen is de blootstelling aan de zon te beperken of een beschermingsproduct te gebruiken met een hoge index (minimaal SPF 30) en dit systematisch van mei tot oktober. Indien de bruine vlekjes er al zijn, bestaan er tegenwoordig veel manieren om ze af te zwakken of te laten verdwijnen: depigmenterende crèmes, cryotherapie met vloeibare stikstof, laser, flashlamp, peeling, enz. In elk geval dient u uw dermatoloog te raadplegen: hij is de enige die kan bepalen welke behandeling het beste aansluit bij uw huidprobleem.