Psychologie: waarom protesteren we niet ?

Leestijd: 5 minuten

Omdat we teveel te verliezen hebben

Maar van revolutie is er momenteel geen sprake. We zuchten en klagen wel, maar gaan dan weer snel over tot de orde van de dag. Rutger Bregman, journalist bij DeCorrespondent.nl, ziet daarvoor een aantal redenen. We hebben het te goed: als je te veel te verliezen hebt, neem je minder risico’s. We zijn ook te individualistisch opgevoed, en om te demonstreren moet je je deel voelen van een collectief. Voor massaprotest heb je ook een verhaal nodig, een droom, een richting, waar je je achter kan scharen. Bovendien zijn de jongeren demografisch gezien in de minderheid en hebben ze dus de oudere generaties nodig om massa te vormen. ‘En Robert Sapolsky, een hersenonderzoeker aan Stanford University, heeft ontdekt dat mensen minder openstaan voor verandering naarmate ze ouder worden’, schrijft Bregman in Waarom we niet in opstand komen. Goed om te weten, met een almaar ouder wordende bevolking.

Van Hiel legt dan weer de link met de psychologie van de organisaties, waar onderzoek is gedaan naar toxic leadership: ‘Een leider kan ook maar zo toxisch zijn als dat ondergeschikten het toelaten. Negatief leiderschap kan voor sommigen van die groep voordeel opleveren: een beperkte groep van “samenzweerders” werkt in feite mee met de leider, omdat het hen de mogelijkheid geeft hun eigen ambities waar te maken, ook al is het ten nadele van collega’s. Maar de grote groep, dat zijn de “conformisten”, laten de leider in feite zijn gang gaan, gedreven door angst of de gewoonte om de norm te volgen.’

Om je te verzetten tegen bestaande normen moet je verraad kunnen plegen, in de eerste plaats tegenover je ouders’, zegt psychiater Wil Wauters dan weer. ‘De symbiotische vorming met het gezin, met de clan is in ons land heel sterk. We zijn heel familiegezind en volgzaam naar gedachteconstructies en patronen van onze ouders toe. Om je eigen weg te gaan, moet je een act van rebellie plegen naar hen toe.’


© Fiftyandme 2024